Ik zie, ik zie wat jij … ook niet ziet!
Door: Jeanette
Blijf op de hoogte en volg Jeanette
25 Juli 2018 | Japan, Fuji
Over de expressway, die hoog boven de andere wegen is gelegen, verlaten we de grote stad. Het eerste stadium duurt ongeveer anderhalf uur. Tot aan een grote parkeerplaats waar we uitgelaten worden. Even plassen, iets te drinken halen of de benen strekken. En met ons busladingen schoolkinderen, die al dan niet in dezelfde kleding of met dezelfde petjes op, een dagje op pad zijn. Het zal een zomeractiviteit zijn, want de scholen hebben al vakantie.
Na nog een uurtje in de bus lunchen we al vroeg in een resort aan de voet van de Fuji. We hebben vanmorgen bij het inchecken een keuze moeten maken tussen vis, kip of vegetarisch. Zodra we aan tafel schuiven wordt het eten opgediend. Een schaaltje salade en een toetje completeren de maaltijd. Een kopje thee of koffie na en we kunnen weer op pad.
De bus brengt ons naar de vijfde ring op de helling van de Fuji. Dit is voor veel wandelaars het beginpunt van hun klim naar de top van de vulkaan. De Fuji (of Fuji-san) is met 3.776 meter veruit de hoogste berg van Japan. De vulkaan is sinds 1707 in ruste. Tot 150 jaar geleden werd de Fuji zo heilig bevonden, dat hij alleen door priesters en pelgrims werd beklommen; vrouwen werden er tot 1868 niet op toegelaten. Het gebied staat op de Werelderfgoedlijst van de Unesco.
De vijfde ring ligt op ca. 2.305 meter en is een toeristische trekpleister. Het staat er vol bussen en rondom het plein het ene na het andere souvenirwinkeltje. We lopen er rond in de hoop een glimp van de top van de berg op te vangen. De bewolking hangt laag en de top laat zich amper zien tussen de flarden nevel. De witte top die we op de meeste foto’s zien is niet in de zomer gefotografeerd. De sneeuw smelt zodra het voorjaar aanbreekt.
In de Shintotempel kunnen wandelaars eerst nog een schietgebedje tot de goden richten voor een veilige klim en een behouden terugkomst.
Als we net weer in de bus zitten begint het flink te regenen. De chauffeur zet koers richting het heuvelachtige Hakone. Het is een stad met hete bronnen en culturele attracties. Het is sinds de 9e eeuw populair als kuuroord. Hakone strekt zich uit over de ingestorte resten van een reusachtige vulkaan die 3000 tot 4000 jaar geleden actief was en hete bronnen en stoomgaten heeft achtergelaten.
Van de stad zelf zien we niet veel. We nemen de veerboot over het water – niet een van de piratenboten die er ook rondvaren – en leggen aan bij de kabelbaan. De wolken hangen laag over de omringende heuvels. Daardoor is de temperatuur hier een stuk aangenamer dan in Tokyo. Bijkomend nadeel: als we boven (1.356 m) zijn aangekomen is het zicht minimaal. Volgens de foto’s aan de wand en op het beeldscherm moet je hier bij helder weer een schitterend uitzicht hebben; zelfs op Fuji . De omgeving is helaas in nevelen gehuld. Omdat we aan de late kant zijn, moeten we met dezelfde gondel naar beneden als we gekomen zijn. Om half vijf naar boven, om tien voor vijf naar beneden.
Bij deze tour kon je kiezen of je met de bus terug wilt naar Tokyo of met de trein vanaf Odawara. We hebben gekozen voor de trein: de Shinkansen brengt ons in zo’n 36 minuten terug, tegen twee uur met de bus. En volgens Meiko-san zou dat gerust nog langer kunnen duren met een paar verkeersongevallen op de weg naar Tokyo.
Als we op Tokyo CS gearriveerd zijn wisselen we onze vouchers om voor de Japan Rail Pass, zodat we zelf ook met de trein op pad kunnen. De trein zal ons voornaamste vervoermiddel worden in de komende twee weken. Morgen gaan we al kijken of en hoe het werkt, want dan hebben we een uitstapje naar Nikko in gedachten.
In het immense Tokyo CS proberen we nog een restaurantje uit, voordat we de metro nemen naar het hotel.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley