Alles ziet er anders uit ...

Als de zon schijnt; een wereld van verschil met gisteren.
Na het ontbijt pakken we ons boeltje weer in en laten we het ‘bruisende’ plaatsje Gråsten achter ons.

Het is de bedoeling om voor onze rondreis door Denemarken gebruik te maken van de Margriet-routes. We hebben een kaart waarop ze zijn aangegeven en een boekje met de bezienswaardigheden die we onderweg tegen kunnen komen. Zoals gezegd willen we vandaag richting de Ringkøbing Fjord. Maar daar zullen we niet aan toe komen.
Ondanks dat het een doordeweeks werkdag is, is het ontzettend rustig. We zien bijna geen mensen op straat of rondom de huizen. Het is dat we zo af en toe een auto tegenkomen, anders zou je denken dat het uitgestorven is in deze contreien.

Enigszins evenwijdig aan de grens met Duitsland rijden we richting de westkust en slaan halverwege naar het noorden af om een bezoekje te brengen aan Løgumkloster. Dit plaatsje ontstond rondom een imposant cisterciënzer klooster. Alleen de kloosterkerk is daar nog van overgebleven.
Het klooster werd al in 1173 gesticht, maar de rode bakstenen kerk werd pas in 1325 voltooid.
De toegangsdeur tot de kloostergang gaat bijna als vanzelf open, als wil het zeggen: “Wees welkom!” Het is een prachtige imposante kerk, niet al te overdadig versierd.

Een paar honderd meter verderop staat het Kong Frederik 9.s Klokkespil. Deze 25 meter hoge klokkentoren is opgericht ter nagedachtenis aan de geliefde, in 1972 overleden koning. Er hangen 49 klokken in.

Omdat we denken in tijdnood te komen kunnen we niet de hele route volgen, het is tenslotte vakantie. Vanuit Løgumkloster rijden we daarom door naar Ribe.
We maken een klein ommetje naar de Vester Vedsted Kirke, dat vlak aan de kust staat. Dit witte kerkje dateert uit dezelfde periode als de kloosterkerk die we bezochten. Het is gesloten, dus kunnen we er alleen een rondje omheen lopen.

In Ribe gaan we eerst lunchen; daar zijn we wel aan toe. Op het plein bij de kerk vinden we nog een plekje in de schaduw op een van de terrassen.

Ribe is de oudste stad van Denemarken. Toen de Duitse monnik Ansgar in 860 zijn christelijke kerk mocht bouwen, was de plaats al op zijn minst 100 jaar oud. Op het plein staat de dom, waarvan de oudste delen stammen uit het jaar 1117. De dom wordt omringd door middeleeuwse huizen, stegen en straatjes.
In de dom zie je de traditionele kerkelijke ‘versiering’ zoals het preekgestoelte en het doopvont. Op het priesterkoor achter en boven het altaar prijkt echter moderne kunst van de Deense kunstenaar Carl-Henning Pedersen.

We wandelen een rondje door het centrum en eten een ijsje op de kade van het kleine haventje. Daarna hebben we nog ruim honderd kilometer te rijden naar Herning, waar we een kamer hebben besproken in een hotel.

Als we ons om half zeven geïnstalleerd hebben in onze kamer, gaan we een hapje eten. Om de hoek bij Bone’s – ingericht als een Amerikaanse diner – is nog een tafeltje op het terras beschikbaar.
We bestellen allebei een broodje hamburger, met kaas, bacon en spareribs (zonder bot).
Terug in het hotel zitten we nog lekker op ons balkon in de ondergaande zon. Daarom wordt het iets later dat ik begin met mijn verhaal voor vandaag.