Tea for two and two for tea, tea for you and ...

Ondanks dat het bij allebei nog flink rommelt vanbinnen, gaan we toch de uitdaging aan. Fons is gelukkig weer wat opgeknapt, al is hij er nog niet helemaal. Hopelijk gaat het de komende dagen steeds beter.

Om een uur of negen worden we opgehaald voor een korte rit naar het dorp Brinchang, dat wat hoger gelegen ligt. Hier bezoeken we de Sungei Palas Tea Plantation. Op deze plantage verbouwen ze thee voor het in Maleisië wereldberoemde theemerk BOH. Onze eerste stop is op ruim 1.000 meter hoogte en biedt ons een mooi uitzicht over de omringende bergen en de daarop gelegen theevelden.

Op de plantage, waar zo’n 175 mensen werken, is een wooncomplex compleet met een kliniek, een school, een moskee, een hindoetempel en een anglicaanse kapel. Er worden groenten en fruit voor eigen gebruik verbouwd en geteeld.
Deze streek is erg vruchtbaar en overal zie je velden en kassen met groenten en fruit. Langs de weg vele marktjes en kramen waar de verse waren te koop worden aangeboden.

Verder naar boven over kronkelige smalle weggetjes, waar je elkaar met twee auto’s nauwelijks kunt passeren. Op ruim 2.000 meter, op de top van een berg, stoppen we bij een complex met zendmasten. Boven op deze top staat een uitkijktoren. Via steile trappetjes bereiken we het bovenste platform van de toren voor een fotomomentje.

We dalen een stukje de berg af en zetten de jeep aan de kant voor een klein wandelingetje door de jungle. Het is hier en daar wat klimmen en klauteren. Onze gids laat ons verschillende planten zien en ruiken en vertelt waarvoor ze worden toegepast. Citronella en tijgerbalsem komen gewoon uit blaadjes, waar olie van gemaakt wordt. (Heel kort door de bocht.)

Daarna dalen we af naar de fabriek, waar de theeblaadjes gesorteerd, vermalen, gedroogd en gesorteerd worden. In balen van circa 40 kg. worden deze vervolgens naar een andere fabriek bij KL vervoerd, waar er eventueel nog smaken aan toegevoegd worden en waar de thee verpakt wordt. De machines die in de fabriek op de plantage gebruikt worden zijn nog origineel. In 1935 zijn deze verscheept vanuit Ierland en ze doen nog steeds trouwe dienst. Na dit korte snelle rondje door de fabriek kunnen we in de Teagarden een kopje thee drinken of in de Teashop thee inkopen.

Na de theestop rijden we naar de Butterfly Garden. In een kassencomplex is een tuin aangelegd waar vlinders in allerlei soorten, maten en kleuren rondfladderen. De vlinders zijn redelijk makkelijk te fotograferen, dus knip ik er op los.
Naast deze vlindertuin is er een kas met allerlei insecten, reptielen en vissen. De meesten zitten (gelukkig) opgesloten in een terrarium. Ik ben niet bang uitgevallen, maar sommige dieren zie ik toch liever niet los rondlopen. Zeker niet die giftig zijn.

Rond de klok van half twee zijn we terug in het hotel. We nemen een drankje in de Teagarden en daarna gaat Fons een poosje slapen; zijn energie is al weer op. Ik denk dat we de rest van de dag niet veel meer zullen doen.

Morgen, zaterdag, vertrekken we al vroeg met de expresbus richting Penang, een eiland voor de westkust van Maleisië.