Dorp aan de rivier - Reisverslag uit Kuala Lumpur, Maleisië van Jeanette Bolle - WaarBenJij.nu Dorp aan de rivier - Reisverslag uit Kuala Lumpur, Maleisië van Jeanette Bolle - WaarBenJij.nu

Dorp aan de rivier

Door: bolletje25

Blijf op de hoogte en volg Jeanette

26 Juni 2012 | Maleisië, Kuala Lumpur

Tijdens het ontbijt besluiten we dat ik een dokter ga raadplegen in de kliniek. Ik houd weer veel vocht vast, voornamelijk in mijn benen. Dit wordt steeds pijnlijker in de gewrichten en op mijn huid. Als we een dag gelopen hebben en ik heb mijn wandelschoenen aan gehad, dan heb ik boven de rand van mijn sokken donkerrode vlekken alsof mijn bloed naar buiten wordt geperst. Gisteravond hebben we onze huisarts een mail gestuurd met de vraag om advies, maar daarop is nog geen antwoord binnen gekomen. Maar wellicht weten ze hier ook wel raad.

Er is slechts een medisch assistent aanwezig, die spreekuur houdt. Je hoeft van tevoren geen afspraak te maken; je kunt zo binnenlopen. De dokter komt een maal per week langs voor de moeilijke gevallen. Wanneer we in de spreekkamer zitten, probeer ik de jongeman zo goed en zo kwaad mogelijk uit te leggen wat het probleem is. Maar hij ziet het al aan mijn voeten. Hij kan niet veel voor me doen en geeft me wat pillen mee om de zwelling tegen te gaan. Met daarbij het advies om een echte dokter te raadplegen voor nader onderzoek voor wat betreft de werking van mijn hart en/of nieren. En ’s nachts moet ik met mijn benen hoog slapen. Hij denkt dat het probleem veroorzaakt wordt door lang achter elkaar te wandelen / staan. Aangezien ik het probleem al vaker heb gehad, een paar jaar geleden in Cuba en vorig jaar in de USA, ga ik er van uit dat het geen blijvende schade aan zal richten. Bij mijn weten heb ik geen problemen met hart en nieren; thuis zal ik onze eigen huisarts nog wel eens raadplegen.

Tegen half twaalf zijn we terug bij ons huisje. We zetten een van de twee bankjes op het balkon om iets comfortabeler te kunnen zitten dan op de ijzeren stoeltjes. Dan kan ik ook wat gemakkelijker met mijn benen omhoog gaan zitten. Met het advies van de dokter in mijn achterhoofd heb ik een mooi excuus om vandaag niet al te veel te doen. Dat geeft Fons de gelegenheid om een poos te slapen. Hij heeft al acht nachten zonder slaapapparaat geslapen en tot gisteren is dat best goed gegaan. Maar hij merkte vanmorgen dat het hem op gaat breken.

Na een poosje rust steken we de rivier over om te gaan lunchen. Om drie uur worden we verwacht voor een excursie naar een Orang Asli-dorp even verderop. We gaan er per boot naartoe. Nadat we aangemeerd hebben in het zand aan de oever van de rivier, worden we in het dorpje onder een afdak geparkeerd. We hebben een gids die erg langdradig kan vertellen, wat zijn verhaal er niet altijd duidelijker op maakt. Weldra zie ik verschillende mensen knikkebollen. Hij vertelt wat over het (over)leven in de jungle, over traditionele gebruiken, hoe je vuur kunt maken, etc. Aan het einde van zijn verhaal komen twee mannen uit het dorp laten zien hoe je vuur maakt. Ook maken ze een pijl voor de blowpipe, een jachtinstrument dat door de inlanders werd gebruikt. Daarna mogen we allemaal proberen een pijl te schieten met de blowpipe.
Tot slot van deze excursie mogen we nog rondkijken in het dorpje en foto’s maken. Hiermee maken we een inbreuk op hun privacy en ik heb ook stellig de indruk dat de Orang Asli’s helemaal niet zitten te wachten op ons bezoek. Uiteraard wordt er voor betaald dat wij komen, maar dat zal voor de gewone mens niet opwegen tegen hun rust.

Terug naar het dorp: we worden keurig netjes aan onze kant van de rivier afgezet. Dan kunnen we ons nog een beetje opfrissen voor de avond. In de buurt van ons huisje is het een drukte met apen, waaronder twee moeders met jong. Als we op ons balkonnetje zitten, zien we ze over het dak van de buren naar het achtergelegen bosje trekken, waar ze lekker in de bomen zitten te smikkelen. Wij hebben ook wat te drinken en te eten en ik zeg nog gekscherend tegen Fons: “Als ze ons zien eten, komen ze misschien nog wel even langs voor een makkelijk hapje.” Niet veel later zie ik een van de moeders terug komen naar het dak van de buren. Ik dacht nog zal ik het afval zo even weggooien, voordat er een aap komt kijken, maar dat zal zo’n vaart niet lopen. Vrijwel geruisloos komt moeders, met jong op de rug, ineens om de hoek van de deur bij ons op het balkon. Ze grist het plastic zakje mee, waarin een leeg pakje mangosap en een verpakking van kaaskoekjes. Ze is niet agressief, maar laat zich ook niet wegjagen. Uiteindelijk zet ze haar tanden in het lege sappakje. Qua kleur lijkt het op de vruchten die ze even daarvoor heeft zitten eten in een van de bomen en het ruikt natuurlijk zoet. Aangezien ze niet van plan is op te geven, nemen wij alles mee naar binnen wat nog op tafel staat; al zal ze er niet direct met camera of computer vandoor gaan. Na een poosje druipt ze weer af en ruim ik het afval dat op ons balkonnetje verspreidt ligt op.

Na dit broodje aap, al is het wel echt gebeurd, de foto’s leveren het bewijs, steken we over voor het laatste avondmaal hier in Kuala Tahan. Aansluitend zullen we opnieuw proberen de junglesafari mee te maken. Dit keer blijft het droog. Met twee Zweden en acht Nederlanders zitten we in en op de jeep. Er gaan twee gidsen mee, de chauffeur en bovenop zit nog een man met een schijnwerper om voor ons wilde dieren te spotten. Het eerste dat we tegenkomen is een slang. Deze ligt op de rijweg en wordt door een van de mannen terug in de berm gelegd. Na een kort ritje slaan we van de weg af naar een plantage met palmbomen, waar ze palmolie winnen. Je kunt eigenlijk wel op je vingers na tellen, dat wanneer je in een auto over dat terrein crosst al die wilde dieren gewoon achter een boom gaan zitten lachen om die domme toeristen. Er zijn er dan ook niet veel die zich laten zien. Vlak langs het pad zitten twee hele kleine vogeltjes te slapen. Waarvan er een als hij wakker wordt, van schrik bijna van zijn takje valt. Het zijn twee grijze vogeltjes, niets bijzonders om te zien, maar ze schijnen wel heel mooi te kunnen zingen. Dat geloven we dan maar. De man met de lamp ziet van alles, een adelaar, een uil en kat. Ik zie niet meer dan palmbomen. Ook bijzonder zo in het donker, met het schijnsel van de koplampen. Het lijkt net of je in een grote kathedraal bent met veel zuilen en bogen. Zonder nog veel te zien komen we terug in het dorp. De chauffeur regelt nog een bootje voor ons. Want het is al na half elf en dan varen de taxibootjes niet meer. Het ziet er rond deze tijd ook erg uitgestorven uit. Dan zullen wij ook maar naar bed gaan.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Jeanette

Actief sinds 22 Juni 2010
Verslag gelezen: 248
Totaal aantal bezoekers 128443

Voorgaande reizen:

26 Oktober 2019 - 03 November 2019

Praag

21 Juli 2019 - 09 Augustus 2019

På vejen igen (On the road again)

22 Juli 2018 - 10 Augustus 2018

地平線上の新しい冒険

13 Augustus 2017 - 31 Augustus 2017

Tervetuloa

12 Juni 2017 - 21 Juni 2017

Andiamo a Roma

18 Augustus 2016 - 07 September 2016

Mihin olemme menossa?

22 Juni 2016 - 02 Juli 2016

315,6 km2 eiland

31 Augustus 2015 - 11 September 2015

Ísland, hér komum við

15 Juni 2012 - 06 Juli 2012

Tropisch paradijs of donker oerwoud?

Landen bezocht: